Anna’s adoptiekinderen zitten op dezelfde school als die van mij. We hebben ze ongeveer in dezelfde periode opgehaald uit China. Haar zoontje Yun is bijna negen. Een leeftijd waarop jongens als apen op de rots vechten voor hun positie in de groep, en daar doet Yun gretig aan mee. Toch is hij volgens Anna diep in zijn hart nog altijd net zo zachtaardig als toen hij drie was. Als de andere apen niet in de buurt zijn, huppelt hij gretig de dag door aan de hand van zijn moeder.
Anna vindt het soms moeilijk om weerstand te bieden aan zijn smekende bruine kijkers. Heel soms geeft ze dan ook aan zijn verlangens toe. Dan houdt ze hem bijvoorbeeld een dagje thuis. Samen kabbelen ze dan gemoedelijk de dag door: iets later opstaan, nog even in pyjama blijven; een beschuitje met hagelslag eten en daarna spelen met de knuffels of de lego, terwijl Anna de tafel opruimt. Als zijn grote zus naar school is, mag de televisie even aan. Teletubbies, Zandkasteel. Daarna drinken ze samen iets lekkers en kleedt Yun zich aan. Samen wandelen ze naar de supermarkt, ze zetten er stevig de pas in, want daar houdt hij van, zo vertelt Anna. Zijn sterke benen dragen hem moeiteloos overal naartoe. Hij heeft van zijn geboorteouders een mooi, sterk lijf gekregen en een stevige duurconditie.